Mijnheer Dierickx zegt al wekenlang niets meer tegen mij, niet dat hij vroeger spraakzaam was, als opperhoofd van Outbound NV kan hij moeilijk sociabel zijn met het witteboordenwerkvolk, maar de laatste tijd loopt hij mij straal voorbij, mompelt zelfs geen goedemorgen meer en informeert geeneens hoe het met De Cijfers staat (voorheen ging het van: “Hoe staat het met De Cijfers Vandewalle? Alles onder controle? Concentreren en zo voortdoen”, “Alles onder controle mijnheer Dierickx, wij doen stevig verder”),… Dierickx vermijdt mij omdat hij zich schaamt, hij schaamt zich, want hij moet mij, magistraal boekhouder van dienst, ontslag geven met als verschrikkelijke reden: ruksurfen, blote madammen begluren op het net. Mijn surfgedrag moeten die sluwe vossen van Netwerkbeheer ergens in één of ander oude logfile hebben teruggevonden, want na dat geval met die Passat heb ik al een tijd geen internet meer op kantoor. Thuis wel natuurlijk. Home is where the net is. De spitsvondige boekhouder komt altijd weer aan zijn trekken. Vooral omdat ik, brein van dienst, mij geabonneerd heb op hotchicks met het visanummer van de firma. Zij kunnen mij pakken zoveel ze willen, maar ik pak hen altijd dubbel terug, dat zullen ze voor eens en voor altijd moeten inzien.
Nog 5 minuten zegt mijn Schedule+ en dan is het vergadering met de pope himself, de boss van de keet, en dat op vrijdagavond, het is wel duidelijk, ik lig eruit. En die enkels maar jeuken, terwijl de vieze teersmurrie door mijn witte sokken dringt en sporen op de zoom van mijn broek nalaat. Francine zal nogal lachen, want die mag het boeltje eruit wassen, niet met Dosh wash & go tabletten, maar met goedkoop poeder van de Witte Producten, dodelijk voor het milieu, maar lief voor de portemonnee. Die verdomde jeukpijn is onhoudbaar, het tintelt tot in mijn vingers van ondraaglijkheid, ik zou zo mijn nagels in die kapotte huid willen zetten en haar eens een goede beurt geven.
Tixi, die zou ik ook eens een goede beurt willen geven, mijn wondermooi Japans wijfje, mijn schatje, strak in bedwang gehouden, die traditie zouden wij hier ook moeten hebben.
Marie-Jeanne, mijnheer Dierickx zijn persoonlijke secretaresse, gluurt naar de zoom van mijn broekspijpen en fronst in afgrijzen haar wenkbrauwen bij het zien van zoveel smerigheid rond mijn enkels. Kan ik het helpen dat ik het schurft heb. Terwijl ik naar de dubbele deur van Dierickx’ kantoor stap over hoogpolig tapijt (dat is wat anders dan die oude noppenvloer in onze bureaus), realiseer ik mij dat ik eenvoudigweg als een rat in de val zit, ik ruik de vernedering van de beul voor de doodslag, ik ben het boekhoudhulpje dat wordt geofferd op het schavot van de commerce, en vooral: ik dien als voorbeeld voor de anderen opdat zij in het gelid zouden blijven lopen.
Cru gesteld, strikt genomen, is het Walter zijn schuld dat het schurft mij liggen heeft. Hij dacht begot dat er een wilde kat in de bossen van Aalter zat omdat er serieus werd huisgehouden onder de vogelpopulatie. Ik verkeerde in de veronderstelling dat die oerkat uitgestorven was in onze contreien, maar soit, als erevoorzitter van vogelvereniging “De Wilde Eend” voelde ik mij verplicht samen met mijn dikke vriend de bossen in te trekken. Tijdens twee weekends dweilden we drie keer die honderdveertig hectare af. Hier en daar vonden we resten van opgevreten vogels, af en toe een hoopje pluimen van een eend of zelfs een reiger en veel bloed aan de bomen, maar we bespeurden geen kat, niks geen poes. Op de tweede zondag pootten we bij de oude roeste caravan, het ding staat al jaren te vergaan naast de Kraenepoel, een blik Whiskas neer. Enof we daarmee succes oogstten!
“Succes,” smaalt Marie Jeanne. Zoals altijd weet de heks met blonde nepkrullen, die natuurlijk mijnheer den directeur op tijd en stond pijpt, reeds wat mij te wachten staat. ONTSLAG. Enfin, ik ben het hier toch beu. Alleen is het vervelend om als perverseling aan de deur gezet te worden, daarom zal ik directeur Dierickx eerst nog eens goed bij zijn ballen pakken zie. Hij zit al klaar, achterover geleund in zijn bureaustoel, een oerang oetan die luiert op een tak, te telefoneren, zogezegd belangrijk, hij wenkt dat ik mag gaan zitten, hijzelf zal diplomatisch tewerk gaan en mij zeggen dat hij om evidente, bekende redenen erg teleurgesteld is in mij, niet in mijn werk, maar in mij, en dat het daarom beter is dat ik de firma verlaat. Hij mag dan diplomatisch zijn, ik, de wreker, zal het hard spelen.
Met Tixi speel ik geen spelletjes, ik verzamel haar, in wel honderd verschillende houdingen op mijn harde schijf, dat heeft mij, enfin Outbound NV, al meer dan 275 $ gekost, maar Tixi is dat waard, mijn vernederde nimf, mijn muze voor het leven, ingesnoerd, niet in staat mij te ontglippen, zo moet het zijn, zij zal mij nooit verlaten, nooit mijn hart breken. Tixi staat op mijn harde schijf en soms, Francine is dan al naar boven om te gaan lezen, moet ik ’s avonds nog een rapport afwerken, zogezegd, zogezegd, en dan kan ik als member ‘Catman4’ inloggen om nog meer van Tixi te downloaden. Zij is altijd klaar voor mij. Ik kopieer de foto’s naar mijn hard disk voor ik bij Francine mijn afgeleefde machine, in bed kruip.
Het eczeem aan mijn enkels jeukt nu van plezier, want den Dierickx zal kruipen voor mij, de aanval is de beste verdeging, dus ik zal hem eens vertellen in welke mate het hier mijn keel uithangt, hoezeer zijn gegoochel met mensen en middelen, zijn wanbeleid en wispelturigheid op mijn zenuwen werken en hoe hij mij godverdomme tot op het bot teleurstelt door nooit zijn beloften na te komen, hoe het mij tegenstaat dat ik omwille van enkele kogelgôaten in het kofferdeksel van een Passat opzij geschoven werd en dat ik het door en door beu ben als jaknikker te dienen louter en alleen omdat hij met zijn madam en met zijn luie kloten vier keer per jaar aan het meer van Genève kan gaan liggen niksdoen. Ik zal hem dat allemaal eens voorschotelen zie, vanals hij de hoorn neerlegt duw ik het allemaal in zijn strot en hij zal slikken en knikken. Hij zal niet weten waar hij het heeft.
We wisten niet waar we het hadden. We lagen die zondagnacht op de loer bij de oude roeste caravan en zo rond twee uur ’s nachts, nadat ik al ettelijke uren naast Walter en zijn allesdoordringende lijfstank in de struiken had gelegen, hoorde ik plots geritsel. We zagen alleen haar silhouet, want er was geen gram licht in dat bos, een struise kat, zij had ons niet geroken, nochtans was Walters walm moeilijk te negeren en lagen we er maar een halve meter bij vandaan, maar ze begon te smekken en te smakken van die Whiskas en we lieten haar begaan, we oefenden geduld, zoals echte jagers. Toen ging alles vliegensvlug, ik stootte Walter aan, hij knipte zijn Maglite aan, ik sprong naar voor, bovenop dat beest en ik klemde mijn handen rond het lijf. In het bos weerklonken twee helse kreten. Het licht van de Maglite flitste door het gebladerte en kwam uiteindelijk tot stilstand op mijn gezicht zodat ik kon zien waarom ik in godsnaam als een gekeeld varken lag te krijsen.
“Mijnheer Vandewalle, ik zal maar Norbert zeggen, er zijn redenen genoeg om als directeur en afgevaardigd bestuurder van Outbound NV mijn beklag te doen over u.”
De klootzak geeft mij niet eens de kans om mijn bakkes open te trekken, hij zet mij direct schaak, maar ik zie dat zijn linkerhand trilt, hij is bang, bang voor mijn reactie, bang voor de wraak van de boekhouder.
“U weet ongetwijfeld dat wij dat van die kogelgaten in de Passat niet konden aanvaarden en u heeft daarvan de, laat ons zeggen, vrij milde, gevolgen gedragen. Wij, dat wil zeggen de raad van bestuur, hebben echter de indruk dat de situatie er niet op vooruit gaat.”
Zijn gezever gaat zeker een kwartier door en dat is lang voor een portie pure nonsens over prestatiegerichtheid, HR, teamspirit, communicatie, één grote familie … ondertussen verga ik van de jeuk aan mijn eczeemvlekken die wild tekeer gaan. Waarschijnlijk een allergische reactie op zijn preek. Het is niet meer proper.
Wat Walter zag toen hij de halogeentoorts op mijn gezicht richtte was ook niet proper. Onder het lijden van vreselijke pijnen ben ik naar de wagen gestrompeld en in vliegende vaart is hij naar het algemeen ziekenhuis van Aalter gereden. Er was daar geen dokter van wacht, dus ik heb meer dan een uur liggen kermen in een ziekenhuisbed met naast mij een huilend kind en aan de andere kant een oude vent die doodrochels uitstootte. Niet te doen, een ware hel.
Tixi, die moet soms echt door de hel gaan voor mij, maar dat is haar lot en aan een voorbestemdheid ontkomt men niet. De pijn lijdt zij voor mij, omdat zij weet dat ik het hemels vind zo’n deftig meisje te zien lijden.
“Wij leven altijd ergens tussen hemel en hel, mijnheer Vandewalle, Norbert”, ik voelde dat Dierickx aan het eind van zijn speech kwam, “Ook op professioneel vlak is dat zo en daarom beloof ik u niks.”
Er werden met grote precisie en onder lokale verdoving twee keer acht hechtingen in mijn gezicht aangebracht om het geklauw van die kat te dichten. Veertien dagen na het hechten begon heel die zaak te ontsteken, dikke strepen etter op mijn wangen en voorhoofd en zweten van de koorts en gezwollen klieren, heel mijn lijf stond dik. Allemaal omdat dat geneeskundestudentje dat was komen opdraven de verkeerde inspuiting had toegediend. Het venijn zat in mijn lijf en natuurlijk trekken ze dan hun anitbioticawinkel open en ik maar slikken en slikken, rood-groene pilletjes, witte tabletten, blauw-grijze pillen waarop mijn ontregelde lichaam antwoordde met schrijnend eczeem.
Dat hij mij dan maar buitengooit, maar eerst zal ik hem nog eens goed de waarheid zeggen, hij kan zijn rotfirma in zijn gat steken.
“We hebben besloten Outbound NV te herstructureren, en voor u Norbert, zal dat ingrijpende gevolgen hebben.”
En waarvoor? Waarom laat ik op mijn kap zitten? Voor een loon van niks, waar nog minder van overblijft omdat ik nu met mijn eigen auto naar het werk moet komen en omdat ik zelf een computer heb moeten kopen en op mijn eigen kosten moet surfen.
“Eerlijk hé, mijnheer Dierickx, heel eerlijk, u betaalt mij nu toch geen stukken van mensen, als u dan ziet wat…”
“Laat het ons pragmatisch bekijken Norbert, we lassen een proefperiode in om te zien hoe het loopt en dan nog kunnen we verder over uw wensen praten. Uiteraard zullen we een financiële inspanning doen na die proefperiode, we geven u immers het vertrouwen van de firma en de verantwoordelijkheid over de communicatie naar buitenuit. U begrijpt dat dit niet niks is, en dat wij daar dan ook iets willen tegenoverstellen. Als u slaagt in uw opdracht als Communications Manager.”
Jeuk. Ondraaglijke jeuk. Ik moet krabben, het kan niet anders. Doen alsof ik mijn sokken optrek, even bukken en met mijn kin op zijn bureau ga ik lekker tekeer met mijn nagels over mijn enkels.
“De praktische zaken zijn al geregeld Vandewalle, uw kantoor is op de zesde verdieping, pc met internet, gsm en autosleutels liggen klaar. ‘k Zou zeggen veel succces ermee. Akkoord?”
Ik stop Dierickx mijn met teerzalf besmeurde hand toe die hij gewillig schudt, maar nog voor hij is bekomen van verbazing over zoveel zwarte smurrie aan zijn vingers, mompel ik iets van sorry en maak dat ik zijn bureau uitkom.
Klootzakken, dikke vette klootzakken, mij wegpromoveren naar Communicatie & P.R., een dienst die geen zak voorstelt, wat moet ik daar in godsnaam gaan doen, de klootzakken, in plaats van mij aan de deur te zetten, maar neen, ze willen geen ontslagpremie afdokken en dat van dat ruksurfen weten ze dus toch nog niet. Ze willen mij gewoon weg naar een andere dienst. En dan nog naar dezelfde verdieping als het management. Miljaar, rotfirma.
Miljaar, hier ga ik van profiteren, mooi kantoortje apart, een Audi in plaats van een Passat en kijk, de kans om meteen ordentelijk wraak te nemen. Nieuw verbandje rond mijn enkels en dubbelklik, het net op naar hotchicks, die promotie, zal ik even op gepaste wijze vieren door enkele nieuwe foto’s van mijn geliefde Tixi te downloaden, ik hoop dat ze grof zijn, ik wil ze zo vulgair mogelijk. Klik, klik, de wereld draait rond de ‘e’ et voila, connecting to site 143.254.768.139, ik ben zo meteen bij haar.
’t Is niet mogelijk, ’t is nondedju niet mogelijk. Software caused connection to abort.
© David Van Bambost
Een reactie achterlaten